door Hans van der Zanden
Bavel is van oudsher sterk verbonden met Brigida. De oudste verwijzing naar Brigida is nu nog aanwezig in de kerktoren: de luidklok uit 1463. Er zingt nog altijd een Brigidakoor.
Een eeuw geleden werd de Schoolstraat hernoemd naar Brigidastraat. Rond die tijd werden een Brigida broederschap (1914) en geitenfokvereniging Brigida (1918) opgericht. Er was een tuinbouwvereniging vernoemd naar Brigida en ook de melkfabriek en boerinnenbond droegen haar naam. Wat nu het Jack van Gilsplein is, was vroeger de speelplaats van de Brigidaschool. De koe in het schild en op de vlag van Bavel verwijst naar de koe die bij een beeld van Brigida traditioneel aan haar voeten ligt.
De 15e-eeuwse kerk, die tot 1888 op het oude kerkhof stond, was gewijd aan Brigida totdat in de 19e eeuw de kerk werd toegewijd aan Maria Hemelvaart.
Door zoveel verwijzingen naar Brigida vroeg ik me af of er ook veel Bavelse meisjes naar Brigida vernoemd zijn.
Kijkend naar de spreiding van de voornaam Brigida over de Nederlandse gemeenten valt meteen op dat de naam maar weinig voorkomt en vooral geconcentreerd is rondom plaatsen waar een Brigidakerk staat of stond.[1]
Brigida komt nu nog het meest voor rond de gemeenten Geldrop (9) en Breda (6). Ook in het zuiden van Limburg komt de naam Brigida voor rondom Eijsden-Margraten. In de plaats Noorbeek in die gemeente staat ook een Sint Brigidakerk.
Dit beeld van Brigida werd in 1942 gemaakt ter vervanging van een versleten beeld op de melkfabriek. Later stond het bij basisschool de Spindel en sinds kort in de tuin van het parochiecentrum.
Brigida’s komen dus veel voor in de buurt van kerken waarvan Brigida patrones is. Maar zijn ze dan ook allemaal direct naar de patrones vernoemd? Ik besloot alle vermeldingen van Brigida’s in de doop- en geboorteregisters van Bavel en omgeving te verzamelen. Bij elke Brigida zocht ik vervolgens naar een mogelijke reden waarom ze zo genoemd werd. Veel kinderen werden vroeger (maar gelukkig ook nu nog) vernoemd naar een grootouder, ouder of ander familielid. Dat bleek ook voor de meeste Brigida’s het geval te zijn. Van die vernoemingen stelde ik een stamboom van vernoemingen op, waarin te zien is hoe Brigida’s uit de 20e eeuw hun naam kunnen terugvoeren op een handvol Brigida’s uit de 18e eeuw.
De naam Brigida heeft echter een veel oudere oorsprong.
Keltische godin Brigid
In de Ierse mythologie komt Brigid voor als dochter van Dagda, oppergod van de Tuatha Dé Danann. Brigid had twee runderen: Fe en Men en ook bezat ze Cirb, de koning van de schapen.
Ze wordt dan ook gezien als hoedster van de huisdieren, maar daarnaast ook als beschermster van dichters, smeden, kunsten en ambachten, geneesmiddelen, heilige bronnen en de vroege komst van de lente.
Ter ere van Brigid, in relatie tot de lente, werd (en wordt ook nu nog door hedendaagse heksen) het feest Imbolc gevierd midden tussen midwinter en het begin van de lente, dus op 1 februari. Deze datum werd in de nieuwe steentijd (12.000 tot 3.700 jaar geleden) blijkbaar al erg belangrijk gevonden, want verschillende tombes blijken te zijn uitgelijnd op de zonsopkomst van die dag.
Verbeelding van de godin Brigid als brengster van de lente na de winter.
Sint Brigida van Kildare
Rond het jaar 650 schreef de Ierse monnik Cogitosus een hagiografie getiteld “Vita Sanctae Brigidae”.
De levensbeschrijving gaat dus over Brigida (in het Iers Bríd of Brigid), na Saint Patrick de bekendste heilige in Ierland. Cogitosus beschrijft allerhande wonderen uit haar leven, waarvan heel veel een overeenkomst hebben met verhalen over de Keltische godin Brigid. Volgens Cogitosus was Brigida de dochter van de edellieden Dubtach en Broicsech uit de stam van Eochu. Als jong meisje moest zij net als de andere vrouwen melk gaan karnen en aan het eind van de dag net zoveel boter geproduceerd hebben als de anderen.
Brigida had echter zo’n genereus karakter, dat ze liever God gehoorzaamde dan mannen: Ze gaf melk en ook de boter weg aan armen en reizigers. Aan het eind van de dag zat ze natuurlijk wel zonder boter. Terwijl de productie van de andere vrouwen werd gemeten, bad zij om een oplossing en haar geloof werd beantwoord: haar emmers vulden zich met boter en het was zelfs meer dan wat de anderen geproduceerd hadden.
Een ander wonder gaat over dorstige melaatsen die haar vroegen of ze bier voor hen had. Dat had ze niet, maar toen zag ze enkele tonnen met water klaarstaan, bedoeld om te baden. Met de bruiloft te Kana in gedachten zegende zij dat water en had plots ruim voldoende bier om uit te delen.
Toen eens drie bedelaars om een aalmoes kwamen vragen, wilde ze hun een zilveren schotel geven. Maar ze wilde wel voorkomen dat de drie ruzie zouden krijgen omdat de één bij het verdelen meer gewicht zou krijgen dan de ander. Probeer maar eens iets in drie exact gelijke stukken te breken. Dat lukt je niet. Maar ook dit probleem loste Brigida op. Ze sloeg te schotel tegen een steen kapot en de drie delen waren exact gelijk.
Brigida zou geboren zijn rond het jaar 451 in Faughart bij Dundalk. Op jonge leeftijd trok ze zich terug in een hol onder een eik. Ze stichtte daar het klooster van Kildare (kil/cill=cel of kerk en dare/dara=eik). De wonderen met betrekking tot melk en vee maken haar een beschermheilige van het vee.
Op 1 februari 523 overleed zij in Kildare. Dat haar feestdag samenvalt met het heidense Imbolc feest en dat zij net als Brigid in verband wordt gebracht met runderen is té toevallig.
Een theorie waarmee een link gelegd wordt tussen de Keltische godin en de christelijke heilige is als volgt. Brigida uit Faughart was mogelijk één van de priesteressen die een eeuwigdurende lamp lieten branden voor Brigid. In haar tijd werd Ierland onder invloed van Saint Patrick gekerstend. De bekende verhalen en gebruiken rond Brigid verdwenen natuurlijk niet zomaar. In de loop der tijd, na haar overlijden, werd Brigida, die de overgang naar het christendom ondersteunde, vereenzelvigd met de godin die zij oorspronkelijk diende. In het klooster van Kildare werd het eeuwig vuur voortaan voor haar gebrand.
John Duncan schilderde in 1913 hoe Saint Bride (Brigida) door engelen naar Jeruzalem werd gedragen om bij de geboorte van Jezus te zijn.
(Scottish National Gallery of Modern Art)
Kerk van Brigida in Bavel
In het Memoriaal van de parochie staat genoteerd:
“De groote of torenkerk van Bavel, gewijd aan de H. Brigida, in den jare 1316 met de andere kerken van de moederkerk van Gilze gescheiden en tot eene doopkerk (parochiekerk) opgericht.
Het eenig vestigium antiquitatis is de groote torenklok, welke tot opschrift heeft: Brigida vocor. Anno Dni MCCCCLXIII Johs et Wilhelmus Hoerken me fecerunt.”
De allereerste fundatie, van onbekende oorsprong, is voor een gelezen mis op de eerste donderdag van elke maand ter ere van de heilige Brigida. In 1915 wordt deze viering ook genoemd in een handboekje voor de verering van Brigida.
In 1819 wordt melding gemaakt van het in orde brengen van een schilderij van de H. Brigida en in 1844 gaf apostolisch vicaris Joannes van Hooijdonk goedkeuring aan verering van de relikwie van Brigida, die nu nog in de kerk bewaard wordt.
Reliekhouder met stukje bot van Brigida.
Brigida is in Bavel dus zeker al sinds 1316 bekend en kreeg in de loop der eeuwen steeds aandacht, maar toch vond ik de eerste vernoeming pas vier eeuwen later, in 1712.
De vroegste Brigidaboom (1712-1827)
Ik heb werkelijk geen idee, waarom de uit Heusdenhout afkomstige schepen Kornelis Willemsen van der Stigt en Maria Jan Jacob Meeussen Brocx hun jongste dochter op 2 maart 1712 de doopnaam Brigida gaven. Geen van beide grootmoeders heette Brigida en gedurende de voorafgaande eeuw kreeg in Bavel niemand de doopnaam Brigida, dus zij vormt het begin van de eerste Brigidaboom in Bavel.[2]
Deze eerste Bavelse Brigida overleed op vierjarige leeftijd.
Op haar zussen maakte dit ongetwijfeld grote indruk, want drie van hen vernoemden een dochter naar haar:
Maria van der Stigt kreeg met Jan Wijtman Vlamings in 1722 een dochter Brigida, die door de vroedvrouw uit voorzorg al gedoopt werd. Zij overleed op vijfjarige leeftijd. Haar zus Maria was toen 9 jaar. Bij Jacobus Wouter van Castel kreeg die Maria in 1744 een dochter Brigida. Ook twee broers van Jan Wijtman Vlamings noemden in 1757 een dochter naar hun jong overleden nichtje: Gerardus werd in april vader van Alegonda Brigida en Stoffel werd in december vader van Catharina Brigida.
Martijntje van der Stigt en Matthijs Adriaan van Poppel lieten op 8 augustus 1741 een dochter Brigida dopen. Naar deze Brigida werd in 1827 een kleindochter vernoemd: Brigida Vincenten, dochter van Adriaan Vincenten en Maria Voermans.
Matthijs Adriaan van Poppel had een halfbroer Adriaen Jansen de Bruijn, die bij Jenneke Jansen van Dorst op 5 mei 1939 vader werd van een Brigida. Een mogelijke verklaring voor deze naam is dat ook zij vernoemd is naar het jonge zusje van Matthijs’ schoonzus.
Tenslotte werden op 31 januari 1744 Petronilla van der Stigt en Adrianus Cornelis Kanters ouders van een dochter Brigida.
Tweede Brigidaboom (1740-1913)
De vijfde dochter van Johannes Baptist van der Schoot en zijn vrouw Elisabeth Peter Nouten werd op 5 maart 1740 in Bavel gedoopt en kreeg de naam Brigida. Ik heb geen familielid kunnen vinden waar ze naar vernoemd is, dus hier begint een nieuwe Brigidaboom.
Haar dochter Anna Maria van Gastel trouwde met Adriaan Peeter Maes. Hun dochter Birgitta Maes werd in 1803 geboren. Haar zus Anna Maria in 1806. Brigitta trouwde met Cornelis Maas. Haar zoon Hendrik werd te Rijsbergen op 9 december 1884 om drie uur ‘s nachts bij Clasina Cornelia Maes vader van Louisa Brigitta Petronella. Pas anderhalve dag later, om 3 uur ‘s middags, werd haar tweelingzus Brigitta Cornelia Maria geboren.
Anna Maria Maes kreeg in 1840 bij Cornelis Voeten een dochter Brigitta. Twee kleindochters werden naar haar vernoemd: Catharina Clasina Brigitta, dochter van Johannes Josephus Heestermans bij Maria Roovers in 1903 en Maria Brigitta Johanna, dochter van Dingeman Johannes Oomen bij Catharina Paulina Roovers in 1913. Ook twee kleindochters van haar zus Catharina Voeten kregen een vernoeming naar Brigitta.
Dat waren Maria Catharina Brigitta en Cornelia Maria Brigitta, geboren in respectievelijk 1904 en 1910 als dochters van Jacobus Martens en Cornelia Daemen.
Een boom ontstaan in dezelfde tijd (1740-1895)
In 1740 laten Jan Huijbert Vincke en Ida Goris Lenders hun dochter Brigida dopen. Een half jaar later laten ook Adriaen Goris Lenders en Petronilla Adriaans van Chaam hun dochter Brigida dopen. Blijkbaar was de naam dus populair onder de kinderen van Goris Leendert Loonjes en Marike Adriaan Hooijen.
Dat echtpaar staat daarom hier aan het begin van deze boom.
De tweede echtgenoot van Ida Goris Leenders was Heiliger Gijsbert van den Hout, die eerder getrouwd was met Maria Cornelis van der Stigt. Zij was de zus van de eerste Bavelse Brigida en moeder van Brigida Vlamings. Uiteraard kan dat geen aanleiding geweest zijn voor Ida om een dochter uit haar eerste huwelijk Brigida te noemen, maar het geeft misschien wel aan dat de naam binnen deze verwante families populair was.
Dat Johanna Brigitta Broeders in 1841 nog naar haar overgrootmoeder Brigida Lenders werd vernoemd lijkt misschien vergezocht, maar haar moeder Adriana Oomen werd in 1798 nog ten doop gedragen door diezelfde Brigida Lenders, haar grootmoeder van moeders kant. Na het overlijden van Johanna Brigitta hertrouwde haar man Christiaan Embregts met Maria Wirken. In 1895 werd hun dochter Pieternella Maria Brigitta geboren.
De zus van Johanna Brigitta, Maria Broeders vernoemde in 1871 een dochter naar haar: Maria Brigitta, dochter van Petrus Rops.
Nog een verwante boom uit die tijd (1742-1901)
Adriaan Adriaanse Vincenten en Cornelia Cornelis Jacobs laten in 1742 te Bavel hun dochter Brigida dopen. Drie maanden daarvoor lieten ook Jan Cornelis Jacobs en Johanna Adriani Peters hun dochter Brigida dopen. De naam was dus populair binnen het gezin van Cornelis Jacobs Christiaensen en Adriaantje Coremans. Zij staan daarom aan het begin van deze boom.
Die Adriaantje Coremans kreeg bij Adriaen Heiliger van Chaem een dochter Petronilla, die als vrouw van Adriaan Lenders ook moeder werd van een Brigida. Weer een aanduiding dat de naam binnen een groep verwante families populair was.
In 1811 werd Brigitta, dochter van Cornelis de Kanter en Anna Maria van Ginneken vernoemd naar haar oma Brigida Vincenten die met Jan de Kanter getrouwd was. Door haar huwelijk met Gerrit van Lit komt de naam in de familie van Lit voor: Kleindochter Johanna Brigitha wordt in 1872 geboren als dochter van Adrianus van Lit en Johanna Beenhakkers. In 1901 bevalt zij van dochter Johanna Brigitha Machielsen.
Petronella Brigitta van Lit werd in 1893 geboren. Haar ongehuwde moeder Antonia Maria, dochter van Wilhelmus van Lit, vernoemde haar jong overleden kind naar haar eigen grootmoeder, die twee jaar eerder overleed.
Hendrikus van Lit werd in 1865 bij Cornelia van Poppel vader van Maria Brigitta.
Ook Johanna Mensen, dochter van Cornelia van Lit vernoemde in 1890 haar dochter Pauline Brigitte Marie Croin naar haar eigen grootmoeder.
Een jongere boom (1760-1790)
Enkele kinderen van Jan Lindert van den Diepstraet en Cornelia Jan Adriaen Brocx werden rond 1760 ouders van dochters die zij Brigida noemden.
Peter Adriaan van Dorst en Maria Jan Diepstraaten laten in oktober 1760 te Bavel Brigida van Dorst dopen.
Adriaan Jan van den Diepstraeten en Maria Adriaan Daniels worden in 1765 de ouders van een dochter Brigida, maar al 14 jaar eerder werd hun dochter Cornelia geboren. Zij trad op 23-jarige leeftijd in bij de Norbertinessen van Catharinadal in Oosterhout en nam toen de naam Brigida aan “omdat dese Heylige de Patronesse is van Bavel, die aldaer geviert word prima Februarii”.[3]
Het is mogelijk dat Cornelia niet alleen voor de naam Brigida koos vanwege de patroon van Bavel, maar ook dacht aan haar zusje Brigida. Die jonge Brigida werd bij de afhandeling van de nalatenschap van haar broer Lindert vertegenwoordigd door haar broer Jacobus omdat zij “innocent” was. Zij mankeerde ook iets aan haar rechterhand, waardoor ze niet kon schrijven.
Mieke van den Diepstraeten, zus van Brigida en Cornelia, werd in 1790 moeder van Brigida Adriaan Jan Sprangers.
Jan Jansen van den Diepstraeten trouwde met Elisabeth Cornelis van Alphen. Zij kregen in 1770 een dochter Brigida die echter al op jonge leeftijd overleed. Drie jaar later werd immers weer een dochter geboren, opnieuw Brigida genaamd.
Een klein Brigidaboompje (1775-1782)
De kinderen van Jan Adriaan van Sundert en Anna Bomaers brachten enkele Bri gida’s voort:
Maria Anna bij Christiaan van der Veken in 1775, Catharina bij Adriaan van Gils in 1780 en Jan bij Joanna Maria van Boxel in 1782.
De grootste Brigidaboom (1776-1950)
De zoons van Jan van Loon en Engel Paulus Danielse, werden beiden vader van een Brigida. Jan bij Joanna Janse Grauwe in 1776 en Antonie bij Catharina van Pelt in 1783.
Brigida Jan van Loon trouwde met Adriaan van den Bogaard. Hun dochter Adriana werd bij Johannes Meeuwissen moeder van Brigitta in 1845 en hun zoon Joannes werd bij Johanna Stevens in 1846 moeder van Brigitta van den Boogaard. Hun zoon Antonius trouwde met Brigida Vincenten uit de eerste Brigidaboom.
Brigida Antonie van Loon werd bij Wouter Jan Wouters moeder van Dingena die haar twee dochters van Jan Embregts Brigitta noemde.
De oudste zus van Brigida Antonie, Engelina, trouwde met Joannes Beenackers. Uit dat huwelijk werd in 1814 dochter Brigitta geboren. Haar dochter Maria Cornelis Thielen werd bij Johannes Bruijns de moeder van Maria Brigitta in 1883 en Brigitta Adriana in 1885. De zussen trouwden met twee broers.
Maria Brigitta werd bij Petrus Boemaars moeder van Maria Adriana Brigitta in 1914 en Brigitta Adriana in 1918. Rond 1950 werd ook kleindochter Briet Boemaars naar haar vernoemd.
Brigitta Adriana werd bij Gerardus Boemaars moeder van Anna Maria Adriana, die bij Harrie van der Avoort moeder werd van Brigida in 1947 en Toos (Catharina Brigida) in 1950.
[1] www.meertens.knaw.nl/nvb/ Nederlandse Voornamenbank, beheerd door het Meertens Instituut.
[2] De doopregisters van Bavel beginnen in 1614.
[3] Brieven van Paulus 60.